Eerder werd kritiek geuit op de voorwaarde die VLABEL stelt in verband met de noodzakelijke ‘gelijkaardige levensverwachting’ van de partijen bij een beding van aanwas. Deze gelijkaardige levensverwachting werd door VLABEL vereist zowel bij de afsluiting van het beding van aanwas als bij de realisatie ervan.
Eerder werd kritiek geuit op de voorwaarde die VLABEL stelt in verband met de noodzakelijke ‘gelijkaardige levensverwachting’ van de partijen bij een beding van aanwas. Deze gelijkaardige levensverwachting werd door VLABEL vereist zowel bij de afsluiting van het beding van aanwas als bij de realisatie ervan.
VLABEL lijkt ondertussen tot inzicht te zijn gekomen dat de vereiste van een gelijkaardige levensverwachting op het ogenblik van realisatie, het afsluiten van een beding van aanwas onmogelijk maakt. Zij heeft op dit punt dan ook, in alle stilte, zonder enige communicatie en zelfs zonder vermelding van de aanpassing op haar eigen website, afstand genomen van haar initieel standpunt. VLABEL stelt thans dat de gelijkaardigheid van de levensverwachting enkel dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het beding. Zij verduidelijkt vervolgens dat het evenwel mogelijk is dat bij de realisatie van het beding kan blijken dat bij het afsluiten van het beding niet aan deze voorwaarde was voldaan. Het voorbeeld wordt aangehaald van een niet-onverwacht overlijden kort na het afsluiten van het beding van aanwas. VLABEL bevestigt hiermee dus gewoon de huidige principes: er moet niet enkel rekening worden gehouden met de statistische levensverwachting, maar ook met de situatie van de partijen in concreto.
Het valt toe te juichen dat VLABEL haar standpunt op dit onderdeel heeft aangepast. Het is afwachten of ook de overige onjuistheden uit haar standpunt zullen worden rechtgezet.